NIEUWE VONDSTEN - NIEUWE VONDSTEN - NIEUWE VONDSTEN - NIEUWE VONDSTEN

Utrecht met klop Zwolle

Een bezoeker van de site (Eddie Klunder) stuurde mij een afbeelding van een zeer interessant muntje (zie afbeelding). Het is een helaas zwaar beschadigde duit van de stad Utrecht uit 1681. Op zich niet zo bijzonder ware het niet dat dit stuk een klop heeft en nog wel van de stad Zwolle! Deze klop wordt normaal aangetroffen op Overijsselse duiten van 1702 en dan nog slechts sporadisch. Omdat deze klop nu op een Utrechtse duit is aangetroffen opent dit weer nieuwe deuren naar het hoe en waarom van deze klop.

Het begint er steeds meer op te lijken dat te Zwolle rond 1702 duiten zijn geklopt ten tijde van de kopergeld sanering. Dit is waarschijnlijk op kleine schaal gebeurd en de kloptermijn zal kort gehouden zijn. Er zijn slechts weinig munten bekend met deze klop. Ondanks de beschadiging een uiterst belangrijke munt.

Korte Maastricht 1553

Eddie stuurde mij ook een scan van een korte van Maastricht, geslagen te tijde van Karel V. Op deze korte staat het jaartal 1553 terwijl dit jaartal in de bestaande literatuur niet voorkomt. Nu wil het geval dat de cijfers 5 nogal curieus zijn gesneden. Het laatste cijfer op dit muntje is echter anders dan de twee cijfers 5 daarvoor.

Eddie is de mening toegedaan dat het hier het jaartal 1553 betreft. Ik ga met hem mee in deze mening en zal de korte 1553 van Maastricht in de catalogus opnemen.


Groningen en Ommelanden 1685/84

Eddie blijft voor verrassingen zorgen. Dit keer stuurde hij informatie over een onbekende jaartalwijziging van de Groninger Ommelanden (zie foto hier onder). Duidelijk is te zien dat in het stempel voor het jaar 1684 over het cijfer 4 door de stempelsnijder een 5 is gemaakt.

De stempelsnijder heeft weinig tot geen moeite gedaan om de 4 "onzichtbaar" te maken. Gelukkig leverde dit een wel zeer duidelijk exemplaar op van een tot nu toe onbekende jaartalwijziging. Deze staat nog nergens beschreven in de literatuur en het mag dan ook een primeur genoemd worden. Voor verdere informatie over dit type duit zie bij de Groninger Ommelanden (GROM.3).


Reckheimse imitatie Deventer

Een recente bodemvondst: een duit van Reckheim zonder jaartal. Hier is een duit nagebootst van een type welke te Deventer werd geslagen. De originele Deventer duiten dragen het jaartal 1663. Zij werden daar geslagen volgens een besluit uit januari 1663 zodat de imitaties uit Reckheim ook reeds vanaf datzelfde jaar geslagen kunnen zijn. Dit type van Reckheim is niet echt bijzonder maar dit exemplaar is nog bijzonder mooi bewaard gebleven. Ook de uitvoering van dit exemplaar ziet er verzorgd uit. 

Leuk detail is dat de stempelsnijder hulplijntjes heeft gebruikt om de letters op de voorzijde een beetje knap te kunnen plaatsen. Op de vergroting van de voorzijde is goed te zien dat er hier en daar horizontale en verticale hulplijntjes lopen. Zie voor meer info over dit type in de catalogus bij Reckheim (REC.29).


Zeeland 1663 met D in spiegelbeeld

Recent opgedoken uit een vondst. Een Zeeuwse duit uit 1663 met een leuke afwijking. De letter D op de voorzijde in de tekst ZEE / LAN / DIA staat in spiegelschrift! Ik kende deze variant nog niet en hij komt zeker in aanmerking om in de catalogus te worden opgenomen. 

De duit heeft een mooie egale groene patina. Hij is geslagen onder muntmeester Jacob Boreel, stempelsnijder was Matthys Hooft senior. De fout zal zeker opgevallen zijn maar men vond het zo onbelangrijk dat er gewoon duiten mee zullen zijn geslagen tot het stempel versleten was. De duit heeft ook langdurig gecirculeerd want hij heeft duidelijke sporen van slijtage. Voor meer bijzonderheden zie in de catalogus bij Zeeland (ZEE.7).


Holland 1715/14

Nog niet beschreven jaartalwijziging: duit Holland 1715 gewijzigd uit 1714. Vanwege de vermelding van een duit 1715 over 1711 in de lijst van munthandel G. Henzen heb ik duiten van de jaren 1715 nog eens hier en daar bekeken. 

Ik vond geen wijziging 1715 uit 1711 maar wel een 1715 gewijzigd uit het jaar 1714. Als het exemplaar bij Henzen werkelijk gewijzigd is uit 1711 dan zijn er in het jaar 1714 dus meerdere oude, nog bruikbare stempels hergebruikt. Zie voor meer info over dit type duit in de catalogus bij Holland (HOL.8).


Onbekende Reckheim

Een volgens mij nog niet eerder beschreven type welke met grote waarschijnlijkheid afkomstig is uit Reckheim. De samenstelling van de letters van de tekst en de afwerking van het wapenschild wijzen namelijk in die richting. De duit is een imitatie van de Friese duiten uit de eerste helft van de 17e eeuw.

Op de voorzijde staat de tekst: FER / .RIA / .1650. De keerzijde heeft een wapenschild wat moet gelijken op dat van Friesland met twee leeuwen boven elkaar geplaatst. De uitvoering van de leeuwen is zeer slordig gedaan. De duit is met grote zekerheid geslagen onder graaf Ferdinandus (1636-1665). De letters FER op de voorzijde kunnen dan ook FERDINANDUS betekenen van graaf Ferdinand of anders van de Duitse keizer Ferdinand (II). De letters RIA zijn moeilijker te verklaren maar als FER voor keizer Ferdinand staat dan is een mogelijkheid: Romanorum Imperator Anno 1650.


Kampen met op H gelijkende E

Een ingestuurde scan van een bijzondere duit van de stad Kampen. De duit heeft een variatie in de tekst die ik nog niet kende. Ik neem hem dan ook graag op in de catalogus. De normale duiten van Kampen hebben de tekst: CAMPEN in twee regels. Deze duit heeft echter een E die sterk op een H lijkt zodat er de tekst CAMPHN lijkt te staan.

De stempelsnijder kon putten uit een voorraad letterponsoenen. Waarschijnlijk had hij het hele alfabet tot zijn beschikking. Hij kan per vergissing een ponsoen van de letter H gepakt hebben en in het stempel hebben geslagen maar zeer waarschijnlijk betreft het hier een slecht gesneden letter E ponsoen. Vervolgens zijn er met dit stempel duiten geslagen met een exemplaar zoals hier afgebeeld als resultaat. Nader onderzoek leerde mij dat de duiten van Kampen rond de jaren 1659 en 1660 overigens veelal een vreemde letter E hebben. Er zijn echter exemplaren bij (zoals dit bovenstaande exemplaar) waar hij toch sterk op een H lijkt. Zelf  bleek ik een exemplaar te hebben waar het lijkt of de stempelsnijder een letter H in het stempel getracht heeft te veranderen naar een E. Voor verdere informatie over dit type duit zie bij Kampen (KAM.6).


Gelderland 1636 afwijkende tekst

Een heel bijzondere duit van de provincie Gelderland. De duit lijkt op het eerste gezicht niet speciaal maar heeft op de keerzijde een afwijkende tekst. De normale Gelderse duiten hebben de tekst IN DEO SPES NOSTRA. Van het jaartal 1633 waren echter enkele exemplaren bekend met de tekst: CONCORDIA RES PAR CRES GEL. Dit exemplaar heeft ook deze afwijkende tekst maar het jaartal is in dit geval 1636!

De reden voor deze afwijkende tekst is (nog) niet duidelijk. Nader archief onderzoek zal misschien een tipje van de sluier kunnen oplichten. Voor verdere informatie over dit type duit zie bij Gelderland (GEL.82).


Friesland 1592

Een behoorlijk spectaculaire vondst van een Friese duit. Dit type is al jaar en dag bekend zonder jaartal. Nu is echter een exemplaar opgedoken welke onmiskenbaar een 9 en een Z aan weerszijden van het wapenschild heeft staan. Dit kan vrijwel zeker niet anders verklaard worden alszijnde het jaartal 1592! Voor zover ik weet totaal niet bekend en/of beschreven!

Het gebeurde vaker dat een jaartal werd afgekort tot slechts de laatste 2 cijfers van het jaar. Ook komt het vaker voor dat het cijfer 2 als een Z werd gesneden in het stempel. Het exemplaar zonder jaartal wordt meestal beschreven als geslagen in ca.1591. De vondst van dit exemplaar kan deze datering onderschrijven. Nadat Holland in 1590 begon met het slaan van nieuwe duiten van het type "naam binnen tulpkrans" is Friesland zo rond 1591 dit type gaan navolgen. In 1592 is de ongedateerde oplage opgevolgd door een waarschijnlijk zeer kleine gedateerde oplage met het jaartal 1592. Er zouden exemplaren bestaan met andere jaartallen maar deze berichten zijn tot nu toe onbevestigd. Voor verdere informatie over dit type duit zie bij Friesland (FRI.8).


Delft 1559

Een vondst van een zeer zeldzaam armenoortje van de stad Delft. Het type was mij bekend maar het ontbrak mij aan een goede afbeelding  van dit muntje. Met deze vondst is er eindelijk een mooie afbeelding beschikbaar. 

In eerste instantie leken boven het wapenschild drie Romeinse enen te staan met daar achter een 9. Op de detail foto rechts is te zien dat er wel degelijk het jaartal 1559 staat. De vijfen zijn van een laat middeleeuwse uitvoering. Voor beschrijving en verdere informatie zie bij Delft (DEL.3).


Elburg overslag

Een bijzondere halve duit van Elburg.
Van deze overslag zijn mij nu 3 exemplaren bekend. Een exemplaar via het KPK en twee exemplaren gemeld in particulier bezit.

Het gaat hier om een overslag over een ouder (afgekeurd?) ontwerp heen. Een gaaf, niet overslagen exemplaar, van dit afgekeurde? type is recent ook terug gevonden, zie verder naar beneden op deze pagina. Op deze overslag zijn nog delen van de tekst  MONETA ECCLES ELBORG zichtbaar door de tulpkrans heen. Op de andere zijde staan in ieder geval de nog leesbare letters BLV (of BLY) en even verder MV, een tekst deels in gewoon Nederlands en deels Latijn. Zie voor verdere info over deze munt bij Elburg (ELB.7).


Zeeland 1754/53 oude type

Van 1724 tot 1753 is te Zeeland een serie duiten geslagen met op de voorzijde de provincienaam, het muntteken en het jaartal.  De keerzijde heeft het gekroonde Zeeuwse wapen met de spreuk: LVCTOR ET EMERGO. De serie is vanaf 1754 voortgezet met enkele kleine wijzigingen in de uitvoering. Zo is de vorm van het wapenschild op de keerzijde iets gewijzigd. Dit type is in gebruik geweest van 1754-1766.

Recent is een jaartalwijziging 1754/53 bekend geworden die nog ongepubliceerd was. Buiten de jaartalwijziging blijkt de munt nog op een ander punt interessant. De wapenzijde is nog van het oude type zoals deze voorkomt op de jaren 1724-1753. Normaal hebben de exemplaren met het jaartal 1754 het wapen in de nieuwe uitvoering. De jaartalwijziging is waarschijnlijk reeds vroeg in het jaar 1754 ontstaan. Een nog bruikbaar stempel van 1753 is aangepast naar het nieuwe jaar 1754. Keerzijde stempels met het gewijzigde wapenschild waren er mogelijk op dat moment nog niet en is dus ook een keerzijde stempel van het oude type gebruikt.
 

Reckheimse imitatie van Roermond

Het bestaan van dit type imitatie van Roermond was reeds bekend, exemplaren zijn echter moeilijk te vinden. In het handboek van het Nederlandse kopergeld door de heren Purmer en van der Wiel is dit type slechts afgebeeld middels een tekening.

Het origineel uit Roermond is hier zeer bedriegelijk nagemaakt. Op de voorzijde is het wapen van de Spaanse koning Karel II nagebootst maar nu met een compilatie van de wapens van de graaf van Reckheim. De keerzijde lijkt nog sterker op de originelen. Alleen hangt onder het wapen een soort druiventros i.p.v. de orde van het gulden vlies. Zie voor verdere info over deze munt bij Reckheim (REC.33).


Onbekende duit Friesland

Recent uit een vondst bekend geworden, een voor mij onbekend jaartal van Friesland. Het betreft hier een duit met het jaartal 1610.

Zo te zien betreft het hier geen imitatie uit Reckheim of Stevensweert. De duit heeft alle karakteristieken van Friese duiten uit deze periode. De tekst FRI / SIA is duidelijk en de I in SIA is geen T zoals kan voorkomen op de Stevensweertse imitaties. De keerzijde is erger aangetast door corrosie maar te zien is dat de duit de meer of minder afgekorte tekst NISI DOMINVS NOBISCVM heeft. Door deze vondst kan de serie duiten worden aangevuld met een nieuw jaar.


Uiterst zeldzame Reckheim

Exemplaar van een uiterst zeldzaam Reckheims duitje teruggevonden. Dit type was bekend maar net als de imitatie van Roermond zijn deze duitjes zeer moeilijk terug te vinden.

Het is een duit geslagen op naam van graaf Ferdinand (1636-1665) naar voorbeeld van zuid Nederlandse duitjes zoals die zijn geslagen in diverse zuidelijke munthuizen. Het is opmerkelijk dat Reckheim zuid Nederlandse duitjes imiteerde. Deze kwamen namelijk niet zo veel voor omdat er meestal oorden (liards) werden geslagen. De huidige zeldzaamheid geeft aan dat er niet veel zijn geslagen en de periode van aanmunting slechts kort is geweest.
 

Aardige duit van Roermond met letterfout

De normale duiten van dit type van Roermond komen zeer veel voor. Dit exemplaar met op de keerzijde de letters naast het wapenschild verkeerd geplaatst is echter lastig te vinden. Er zullen dan ook niet veel stempels zijn geweest met deze fout. Recent heb ik een 2e exemplaar aangetroffen welke van een ander stempel is. Er zijn dus minimaal 2 stempels met deze fout.

Het is een duit te Roermond geslagen op naam van de Spaanse koning Philips IV (1621-1665). Aan weerszijden van het wapenschild op de keerijde staan normaal de letters R M van Ruraemunda (Roermond). Op dit exemplaar staan de letters echter geplaatst als M R. Deze fout zal ongetwijfeld zijn ontstaan doordat de stempelsnijder de stempels in spiegelbeeld moest snijden. Hierdoor ontstaan soms vergissingen als deze en letters die per ongeluk in spiegelbeeld staan zoals de letter N en S.


Valse duit van Utrecht uit 1676

Een opmerkelijke duit van Utrecht welke naar mijn mening niet anders dan een vervalsing kan zijn. De voorzijde is behoorlijk goed gelijkend maar de cijfers in het jaartal zijn anders gevormd en iets groter van uitvoering. Ook de letters in de tekst CIV TRAIECT lijken iets groter van uitvoering. De keerzijde van de duit heeft meer slijtage maar ook hier is te zien dat deze duit anders is. Het meest opvallende is dat het wapenschild verticaal gestreept is i.p.v. horizontaal. Hiermee werd pas begonnen in de jaren '80 en komt op duiten uit de '70 er jaren nooit voor.

De tekst UTRECHT onder het wapenschild is onregelmatig geplaats met onregelmatige letters. Het leukste is nog dat de duit in 1702 is geklopt alszijnde een goede Utrechtse duit. Zo te zien is deze klop origineel en geen vervalsing. De duit heeft geen enkele overeenkomst met de valse Utrechtse duiten die gemaakt zijn te Reckheim. Deze duit is dan ook waarschijnlijk gemaakt in een particuliere valsemunters werkplaats. De duit is erg goed nagemaakt met goede stempels wat doet vermoeden dat er veel meer exemplaren moeten zijn. De enige grote fout die de vervalser heeft gemaakt is het verticaal gestreepte wapenschild. Mogelijk is de duit gemaakt ergens in de jaren '90 toen veel duiten in omloop waren van de jaren 1687 en 1689 met verticaal gestreept wapenschild. De vervalser heeft toen mogelijk dit type nagebootst met een fictief jaartal.
 

Onbekend jaartal van Kampen

Recentelijk aangeboden en verkocht via een internet veiling. Een onbekend jaartal van Kampen. In de reeks jaartallen van dit type ontbrak tot nu het jaartal 1667. In het handboek van het Nederlandse kopergeld en in het boekje oord en duit uit noord en zuid ontbrak ook de vermelding naar dit jaartal. Nu dus toch een exemplaar opgedoken waardoor de reeks jaartallen compleet gemaakt kan worden.

De tekst CAM / PEN heeft de letter N in spiegelbeeld zoals ook voorkomt op de duiten met het jaartal 1671. De duiten van Kampen geslagen na 1666 zijn zeldzamer dan de vroegere exemplaren. In 1667 zijn er blijkbaar helemaal weinig geslagen waardoor het erg lang heeft geduurd voordat een exemplaar is opgedoken.
 

Onbekende tekstvariant van Zutphen

Van de duiten van Zutphen uit de laatste emissie (1687) bestaan een groot aantal stempelvarianten. Hieruit blijkt dat er een grote hoeveelheid is aangemunt en ook tegenwoordg zijn zij niet moeilijk te vinden. De stempels voor deze duiten zijn gesneden door Johan Sluyter. Deze stempelsnijder staat er om bekend dat hij nogal wat fouten heeft gemaakt. Met de vondst van deze duit van Zutphen kan er nog een fout worden bijgeschreven.

De duit heeft ipv de tekst ZVTPHA NIA de tekst ZVTPNA NIA met een foutieve N ipv een H. Er zullen ongetwjfeld meer exemplaren voorkomen maar deze zijn waarschijnlijk nog niet opgemerkt. Kijk voor meer info over dit type duiten in de catalogus bij ZUT.17.

 

Nieuwe variant van Reckheim

Dat de muntslag van Reckheim nog lang niet volledig bekend is bewijst dit recent gevonden exemplaar. Het is een imitatie van de Westfriese duiten uit de periode 1658-1663. Exemplaren waren reeds bekend maar dit stuk heeft een keerzijde die in deze combinatie nog niet bekend was.


Dit exemplaar is niet het type REC.13 maar ook niet REC.14. De duit heeft een voorzijde als REC.14 maar een compleet afwijkende keerzijde. Het wapen is niet gekroond maar heeft net als bij de Utrechtse keerzijde een krulversiering boven, links en rechts maar nu heeft het wapen 2 aanziende leeuwen. Dit wapen lijkt veel op wat is gebruikt op de FRI / CIR duiten. Er is ook deels wat tekst te zien waarvan net lijkt of het er niet hoort. Het lijken delen van de spreuk: DEUS PROTECTOR NOS. Het kan zijn dat er deels een overslag heeft plaatsgevonden. Zie verder voor deze munt in de catalogus bij REC.13A.

 

Onbekende jaartal wijziging van West-Friesland

Dat ook bij de wat meer recente provinciale munten nog vondsten zijn te doen bewijst deze jaartal wijziging 1780 over 1779 van West-Friesland. Deze onbekende jaartal wijziging werd mij toegezonden door Marco, een West-Friesland verzamelaar. In eerste instantie werd gedacht aan een 1780 over 1769 of 1780 over 1778. Deze opties vielen al snel af omdat deze duiten een 2 regelige tekst hebben en de duit 1780 een 3 regelige tekst heeft. Bij nadere bestudering door mij en de eigenaar en met waardevolle opmerkingen en suggesties van de leden van het munten en bodemvondsten forum is de conclusie dat het een 1780 over 1779 moet zijn. Op de foto is links de 1780 over 1779 te zien en rechts een normaal exemplaar van 1780.


Voor de aanmaak van de duiten van 1780 is op 31-08-1779, van koper handelaar Johan Hessels te Apeldoorn, 35325 pond Veluwse duitplaten aangekocht. Dit koper is verdeeld over de munthuizen van Holland en West-Friesland. Van dit koper is 12166 pond naar Medemblik gegaan. Waarschijnlijk heeft de muntmeester gedacht dat hij de aanmunting van duiten nog in het jaar 1779 kon beginnen. Hij heeft de stempelsnijder opdracht gegeven om stempels te snijden maar om onduidelijke redenen is het in 1779 niet tot aanmunting gekomen. Vervolgens zijn de stempels die het jaar 1779 droegen omgewerkt tot het jaartal 1780. Delen van het oude jaartal zijn echter zichtbaar gebleven. Van deze bijzondere munt zijn mij nu inmiddels 2 exemplaren bekend, beiden in particulier bezit.

 

Wederom een nieuw type van Reckheim

Binnen korte tijd zijn weer enkele opmerkelijke munten van Reckheim bekend geworden waar onder dit exemplaar. Deze munt is recent ontdekt en in particulier bezit. De voorzijde heeft een bladerkrans met daar binnen de drie regelige tekst:
DA TRE IA. Dit kan volgens mij worden uitgelegd als: De Aspremontis Territorium REckheimensis Imperialis Augusti, en betekent: van Aspremont, uit het keizerlijk gebied Reckheim. Exemplaren met deze tekst zijn reeds bekend maar dit stuk heeft een keerzijde die in deze combinatie nog niet bekend was.


De keerzijde heeft namelijk een gekroond wapenschild met een zogenaamde klimmende leeuw naar links met als buitenrand een rand van parels om het geheel heen. Dit wapen doet sterk denken aan het wapen zoals dat voorkomt op de munten van Gronsveld welke op de voorzijde dan echter de tekst FSRI CABI G dragen. Er is een ander hybride exemplaar bekend met op de ene zijde een stempel van Reckheim en op de andere zijde een stempel van Gronsveld (gepubliceerd als tekening in de Beeldenaar). Het is nog onbekend wat de reden kan zijn van het voorkomen van dergelijke combinaties.

 

Alweer een nieuw type van Reckheim ontdekt

Na het vorige exemplaar van Reckheim is alweer een nieuw type bekend geworden. Wederom een imitatie van Deventer met een afwijkende keerzijde. Het betreft een recente bodemvondst met een donkergroen patina.  De voorzijde heeft een bladerkrans met daar binnen de drie regelige tekst: DA ETR TRIA. Dit kan volgens mij worden uitgelegd als: De Aspremontis ET Reckheimensis Territorium Romanorum Imperi Augusti. De betekenis is dan: van Aspremont en Reckheim, keizerlijk gebied van het Roomse rijk. Exemplaren met deze tekst zijn reeds bekend maar dit stuk heeft een keerzijde die in deze combinatie nog niet bekend was.


De keerzijde heeft namelijk een nagebootst wapen van Utrecht. Het blijkt maar weer dat de muntslag van Reckheim nog steeds aangevuld kan worden met nieuwe typen en varianten.

 

Duit Friesland met jaartal 1623 over 1621

Een ingezonden scan van een Friese duit met zeer merkwaardig jaartal. Van 1604 tot 1620 zijn duiten geslagen met een wapenschild zoals ook op dit type staat. Van de jaren 1621 t/m 1625 waren nooit geen duiten bekend, pas in 1626 werden weer duiten geslagen maar met een gewijzigd, meer ovaal wapenschild. Deze duit lijkt het jaartal 1623 te dragen maar er is meer, onder de 3 zijn ook resten van een 1 zichtbaar.

Van 1621 zijn echter ook geen Friese duiten bekend. Mogelijk heeft men te Friesland een nooit gebruikt stempel van 1621 heeft veranderd naar 1623 en toen een zeer kleine oplage hiermee heeft aangemunt. Door de afwijkende tekening van de munt moet ook de mogelijkheid open worden gehouden dat het hier een elders geslagen (zeer goede) imitatie betreft (Stevensweert?). Dit is voor zo ver mij bekend de eerste keer dat dit dit type met dit jaartal opduikt.

 

Nog een nieuw type van Reckheim ontdekt

Het was even stil rond Reckheim maar er is alweer een nieuw type bekend geworden. De duit is al enige tijd geleden gevonden maar door tijdgebrek nu pas geplaatst. Voor het eerst is naar mijn weten nu een duit van Reckheim gevonden met daar op afgebeeld de zogenaamde zittende maagd in een tuin. Op de voorzijde van deze duit is de tekst TR / REC / HEM gebruikt welke een imitatie lijkt van Utrecht (TRA / IEC / TVM).
 


De keerzijde heeft een zittende vrouwfiguur binnen een omheinde tuin zoals gebruikt op duiten van Holland, Zeeland, Arnhem en Nijmegen. Hoogst waarschijnlijk heeft men hier de keerzijde van de Zeeuwse duitjes geimiteerd. De duit kan ontstaan zijn in de periode 1650-1660 toen ook de Zeeuwse oorden door Reckheim zijn nageslagen.


 

Een onbekend muntje van Elburg!!!!!

Jazeker, het kan nog!!! Een munt vinden die volledig onbekend is. Recent als bodemvondst aan het licht gekomen, een voorlopig uniek muntje van het zuiderzeestadje Elburg. Hier zijn aan het begin van de 17e eeuw in opdracht van de kerkmeesters halve duitjes geslagen voor de lokale omloop. De muntjes kwamen echter ook buiten Elburg in omloop maar dan als duit. Er kwam een verbod en aanmunting werd verboden. Dit type was echter volledig onbekend. Wel zijn twee halve duitjes van het bekende type terug gevonden die leken overgeslagen over een andere munt die ook de tekst ELBORG (Elburg) droeg. Nu is dus zo een muntje bekend geworden. Deze wijkt af van de bekende Elburgse halve duitjes en is volgens mij een oorspronkelijk 1e model welke al snel is ingetrokken.

De voorzijde heeft het bekende stadspoortje met een liggende leeuw in de toegang. Daar om heen de tekst MONETA . ECCLES . ELBORG, kerkelijke munt van Elburg. De keerzijde met de twee Romeinse cijfers I binnen een tulpkransje doet denken een de 2 heller muntjes van Kleef uit globaal dezelde periode. De tekst DVO OBLV(of Y) VET MVTER kan dankzij reactie van een bezoeker aan de site en met hulp van het muntenbodemvondsten forum met enig voorbehoud verklaard worden als: twee obolen (of) oude muter. DVO (duo) verwijst naar de waarde aanduiding II. OBLV (of Y) naar obolen (obolus), VET naar het Latijnse vetera/veteris en MVTER betekent dat men dit muntje als muterken aanduidde. Een obool was in de middeleeuwen een halve penning dus 2 obolen was een penning. Het muntje moest dan doorgaan voor een halve duit. Alleen de naam muter is hier dan misleidend want de muter was in de 15e eeuw een muntje ter waarde van 1/6 stuiver. In de encyclopedie van munten en bankbiljetten wordt een muter als volgt beschreven: begin citaat "muter, oorspronkelijk de naam van een Kleefs zilveren muntje dat ook in de oostelijke Nederlanden circuleerde. De naam ging over op soortgelijke munten van de stad Utrecht ter waarde van 2 wit of 1/6 stuiver, geslagen sinds 1477 en op munten van Karel van Egmond, hertog van Gelre (1492-1538) eveneens van 1/6 stuiver of 4 grootjes, geslagen sinds 1496". einde citaat. In een interessant artikel van Theo Nissen1 over rekengeld bij de cijnsheffingen blijkt dat hier o.a de obool of obolus en het moircken of muerken nog als rekenmunt voorkwamen. De obool stond voor een halve waarde en het muerken was de Zuid-Nederlandse benaming voor 1/16 stuiver of Hollandse penning. Op dit muntje lijkt dus de waarde in twee verschillende cryptische omschrijvingen te zijn aangegeven. Twee obolen als optellingen van 2 halve penningen tot 1 penning (halve duit) en met muter als vreemde schrijfwijze voor muerken.
 


Waarom dit muntje vervangen is door de andere typen blijft deels duister. De muntjes waren bedoeld als een soort armengeld, uitgegeven door de kerkmeesters. De winkeliers die ze aannamen konden ze inruilen bij hen voor regulier geld. De uitvoering van het muntje zou dus niet belangrijk hoeven te zijn zolang men er in Elburg maar bekend mee was. Mogelijk verwachte men problemen met de vreemde benamingen die er op stonden zoals de namen OBOOL en MVTER. Een andere mogelijkheid is dat men op aandringen van muntmeester Wijntgens is overgestapt op een ander type. Hij had misschien andere plannen met de muntjes zoals ze stiekem ook elders in de omloop te brengen maar dan niet als halve duit maar als hele duit. Dit type was daar ongeschikt voor omdat het niet leek op wat toen aan duiten in omloop was. Daarom is mogelijk het andere type geslagen en werd dit type snel ingetrokken en overslagen met nieuwe stempels. Van deze overslagen exemplaren  zijn in ieder geval 3 exemplaren bekend, zie hoger op deze pagina voor een overslagen exemplaar. Dit muntje kan dan ook vrij nauwkeurig gedateerd worden in de periode 1619-1621.

1: Theo Nissen, CALCULATIS, rekengeld bij de cijnsheffing in oostelijk Noord-Brabant (13e - 18e eeuw). Jaarboek voor munt en penningkunde 93/94 - 2006/2007 blz.135-202.

Een onbekend jaar van West-Friesland!

Eindelijk een afbeelding van de duit 1645 in koper. Het exemplaar is in particulier bezit en oorspronkelijk afkomstig uit Sri Lanka (het voormalig Ceylon). Het verhaal van het bestaan van dit jaartal in koper circuleerde reeds enige rond maar werd nooit met een afbeelding bewezen. Ik ben dan ook heel blij dat ik hier nu een exemplaar kan tonen.

 


Deze munt is geslagen tussen de oplagen 1627 en 1658 maar is voor zover ik weet nooit in Nederland zelf opgedoken. De enige vermeldingen die ik ken naar dit jaartal wijzen naar Ceylon. Het is dan ook goed mogelijk dat de complete oplage is uitgevoerd daar naar toe. Nader onderzoek moet nog leren of deze muntslag in het geheim heeft plaatsgevonden of dat er toestemming voor is verleend.

 

Een overtuigend exemplaar van de duit Gelderland 1631!

Afkomstig uit een oude collectie, de duit 1631 Gelderland. Dit jaartal is uiterst zeldzaam en ik kende nog geen overtuigend exemplaar. Er zijn wel behoorlijk wat duiten bekend waarop het lijkt alsof deze van 1631 zijn maar hebben steeds een afwijkend laatste cijfer welke veelal als een mislukte 4 gezien kan worden, dit exemplaar heeft dat niet.
 


De 4e muntbus van muntmeester Johan Alewijn vermelde duiten (13 december 1631 t/m 3 april 1635) hier is nu met zekerheid uit op te maken dat er slechts zeer kort duiten zijn geslagen in 1631 en mogelijk nog wat aan het begin van 1632. Hierdoor is deze duit tegenwoordig de zeldzaamste uit de serie geworden.


 

NIEUWE VONDSTEN - NIEUWE VONDSTEN - NIEUWE VONDSTEN - NIEUWE VONDSTEN