0014 - 1 cent zwart, diverse tandingen. Afbeelding van het rijkswapen met eiken- en laurierbladeren. Oplage bij benadering: 5.482.350 stuks.
HOME

EMISSIE 1869





Frankeerzegels drukwerk:






































 


 








 

0017 - 2 cent geelbruin, diverse tandingen. Afbeelding van het rijkswapen met eiken- en laurierbladeren. Oplage bij benadering: 13.629.600 stuks.






 



















































 

0016 - 1½ cent roze, diverse tandingen. Afbeelding van het rijkswapen met eiken- en laurierbladeren. Oplage bij benadering: 3.227.750 stuks.
0015 - 1 cent groen, diverse tandingen. Afbeelding van het rijkswapen met eiken- en laurierbladeren. Oplage bij benadering: 88.909.450 stuks.
Deze emissie met postzegels met lage frankeerwaarden werd in gedeelten uitgegeven. De zegels waren speciaal bedoeld om drukwerk mee te frankeren. Op 1 januari 1869 werden zegels van 1 cent (zwart) en 2 cent (geelbruin) uitgegeven. De 1 cent was om een tijdschrift, of krant, mee te frankeren welke minstens 1 keer per week verscheen. De 2 cent werd gebruikt voor overig drukwerk. Voor overig drukwerk werd het frankeertarief berekend aan de hand van het oppervlak van het papier. Voor stukken met een oppervlak van 15 tot 30 vierkante decimeter moest 2 cent worden betaald. Voor stukken van 8 tot 15 vierkante decimeter 1 cent en stukken tot 8 vierkante decimeter een ½ cent. Tot aan de uitgifte van deze postzegels werd het drukwerk aangeboden bij het postkantoor waar de porto werd betaald waarna de stukken door de post werden aangenomen en bezorgd. Toen de postzegels van 1 en 2 cent uitkwamen moest de verzender deze zelf op een adresband om het drukwerk plakken en vervolgens bij het postkantoor aanbieden. Als het te betalen bedrag op 2½ cent uitkwam dan werd de port nog op het postkantoor afgerekend omdat postzegels met deze waarde nog niet waren uitgegeven. Een te betalen bedrag van een ½ cent kon niet voorkomen omdat voor minimaal 1 cent aan te verzenden materiaal moest worden aangeboden. Op 15 mei 1869 werd de zegel met een waarde van 1½ cent uitgegeven om een betere aansluiting te verkrijgen bij de tarieven die werden gehanteerd. Tegelijk werd de kleur van de zegel van 1 cent gewijzigd van zwart naar groen. Mogelijk is dit gedaan omdat de zwarte zegel niet genoeg opviel op het (zwarte) drukwerk. Ook kan het zijn dat het stempel soms niet goed zichtbaar was op de zegels waardoor het gevaar bestond voor hergebruik.

Ondanks de toch aanzienlijke aantallen gedrukte zegels komen zij slechts zelden voor in een mooie kwaliteit en zijn enkele zegels schaars tot zeldzaam. Dit komt omdat zij op drukwerk werden gebruikt en op adresbandjes om drukwerk heen. Dit bandje werd vaak niet zachtzinnig verwijderd waardoor de zegels beschadigt raakten en veel bandjes werden met zegel en al weg gegooid.

De zegel van 2½ cent verscheen in 1870 en de zegel van een ½ cent pas in 1871

Het ontwerp van deze zegels is van de hand van J. Vürtheim, de gravure is verzorgd door Virey Frères te Parijs. De zegels zijn gedrukt in boekdruk bij Johan Enschedé en Zonen te Haarlem. Zij werden aanvankelijk gedrukt in vellen van 150 stuks maar later in vellen van 200 stuks.

De zegels bestaan in een aantal verschillende tandingen:

Lijntanding A: 14 kleine gaten

0014A - 1 cent (zwart)
0015A - 1 cent (groen)
0016A - 1½ cent
0017A - 2 cent

Kamtanding B/C: 13¼ kleine gaten (het verschil tussen B en C is alleen de papiersoort
                                                                B=dik papier C=dun papier)
0014B - 1 cent (zwart)
0015B/C - 1 cent (groen)
0016B - 1½ cent
0017B/C - 2 cent

Kamtanding D: 13¼ grote gaten

0015A - 1 cent (groen)
0016A - 1½ cent
0017A - 2 cent