Emissie 1864

Het jaar van uitgifte van deze serie was 1864, zij werden geleidelijk over het gehele land in omloop gebracht. Als een postkantoor geen zegels meer had van het oude ongetande type dan werd begonnen met de verkoop van dit nieuwe, getande type. Einde geldigheid was net als de oude ongetande zegels 31 oktober 1879. Staalgravure en ontwerp zijn van de hand van J.W. Kaiser en V.J. van Hinsbergh. De zegels zijn tot 1 oktober 1866 gedrukt in plaatdruk bij 's Rijks munt te Utrecht. Daarna werd de productie van postzegels middels koninklijk besluit definitief overgebracht naar Johan Enschedé en Zonen te Haarlem. Deze leverde de eerste partij af op 29 december 1866. Specialisten spreken hierdoor wel van de Utrechtse druk en de Haarlemse druk welke zij aan de kleur en de papiersoort van elkaar kunnen onderscheiden. Het papier waar deze zegels van zijn gemaakt heeft nu geen watermerk meer. Zegels werden pas weer met watermerk (ringen) gedrukt vanaf 1926. Voor de zegel van 5 cent zijn 2 platen gebruikt, voor de zegel van 10 cent ook 2 platen en voor die van 15 cent slechts 1 plaat.

De kam die werd gebruikt om de zegels te perforeren werd betrokken van de Brusselse firma Gouweloos. De kam was eigenlijk te groot voor deze zegels waardoor er bijna niet geperforeerd kon worden zonder dat het zegelbeeld werd geraakt of dat de zegels mooi gecentreerd waren na perforatie. Perfect gecentreerde zegels zijn dan ook moeilijk te vinden.